ELFSTEDENKATER
BUITENSPEL
(vrijdag 10 februari 2012, 03u00)
Auteur: PETER VANDENBEMPT
Ik hou van de winter, zoals hij nu is. IJskoud, vriezen dat het kraakt, het felle licht van de ochtendzon over de ingedommelde natuur, de betoverende pracht van rijm op bomen en struiken. En sneeuw, liefst heel veel, de sacrale stilte midden de besneeuwde velden achter ons huis. De perfecte kuur tegen gejaagdheid en lawaaivervuiling.
En ik hou van voetbal, heel veel zelfs, elke dag van de week. Maar niet in de winter, zoals hij nu is. Dan gaat de bal in de kast en halen we er schaatsen uit, of sleeën, ski's, wollen mutsen en handschoenen, en drinken we na een stevige wandeling een borrel rond de vuurkorf. En als het donker wordt, gaan we naar binnen, knus bij de haard. Maar in godsnaam toch niet naar het voetbal!
Geen betere illustratie van de onzin van voetbal in een diepvriezer dan het koukleumen op veld en tribunes vorige zaterdagavond. De winter is de overvolle kalender dit seizoen al heel erg genadig geweest, maar toch was de oekaze van de Pro League vorig weekend aan scheidsrechters en clubs ondubbelzinnig: geen uitstel! En dat is gewoon verkeerd. Voetbalclubs zijn in se toch bedrijven die een product aanbieden aan hun klanten. De kwaliteit van het product kan helaas niet gegarandeerd worden, maar een minimale service is toch dat de omstandigheden waarin het gespeeld wordt, zo optimaal mogelijk zijn. Met de prijs die ervoor betaald wordt, mag de fan dat wel eisen, mij dunkt. Bij -12 op half beijzelde tribunes naar tweeëntwintig amateurschaatsers zitten kijken, is simpelweg slechte reclame.
De Pro League bleek tevreden, alle matchen afgewerkt. Kortzichtig is dat, de tol van de dwangbuis van de kalender. Heel wat abonnees lieten hun zitje onbezet, de losse kaartenverkoop kelderde en op Stayen gingen mensen bij de rust naar huis wegens letterlijk (door de mist) niets te zien. Dat kan toch de bedoeling niet zijn.
De inspanningen die de Pro League doet om de competitiechaos van de voorbije jaren te voorkomen, verdienen zeker aanmoediging. Maar de strop van de overladen kalender moet dringend van de hals van wie moet beslissen. Al kan alles nu al (veel) beter. Over het idee om in de winter 'snamiddags te voetballen, moet je niet nu pas 'beginnen nadenken'. Het had vorig weekend gewoon al moeten gebeuren, en het volgende ook. En soms moet je het hoofd buigen voor de beslissing van de natuur, zoals voorzitter Wiebe Wieling van De Friesche Elf Steden: it giet net oan!
En daarmee zijn we toe aan een bekentenis: ook deze voetbalcommentator is een trouwe volgeling van het Elfstedengeloof. Sinds Evert van Benthem, de vee- en kaasboer uit Leeuwte, nog in zwart-wit op mijn televisie naar zijn overwinningen gleed. En dus zit ik nu ook met een kater.
Ik ben nochtans niet bepaald een schaatsliefhebber, maar de magie en de mystiek, de tragiek en de heroïek van de Elfstedentocht fascineren me. Hoe bij al die Nederlanders het hart sneller gaat slaan een keer de temperatuur naar het vriespunt zakt. Sinds de rayonhoofden een eerste keer vergaderden, is de consumptie van rookworst en erwtensoep -traditioneel voedsel op het ijs op de Heilige Dag- verviervoudigd. Dan heb je hoge koorts. En al die namen die klinken als in een sprookje uit de Efteling: Sneek, Workum, Hindeloopen en natuurlijk Bartlehiem of dat rayonhoofd Catrinus Nagelhout in het arme dorpje Balk, die zijn ijs maar niet kreeg aangedikt.
Maar de grootste charme van De Tocht ligt in de onzekerheid, het eindeloos verlangen, elke keer weer hopen.
Alsof de Vlaming elk jaar opnieuw bang moet afwachten of de Ronde van Vlaanderen er wel komt. De rayonhoofden van de Berendries, de Oude Kwaremont en de Paterberg -die van de Muur nu even niet- komen samen en eens in de vijftien jaar spreekt Wouter Vandenhaute een verlossende en historische zin. Zoiets. In 1997 miste ik door een slecht getimede citytrip met oudejaar naar Londen de kans om voor de radio de Elfstedentocht te verslaan. Al vijftien jaar wacht ik op een herkansing, net als de schaatsers. Maar één ding is zeker, ooit giet it alwer oan.
De vaste voetbalcommentator van Sporza Radio maakt afwisselend met tv-collega Frank Raes een tussenstand van het voetbalseizoen op.